Kringleider; Jef
Kalender; Louis
1. Geike; blij
Ik heb haar jasje (pop) aangedaan maar de naaiers hebben dat jasje wat te lang gemaakt.
Rik; Die mauw is te lang!
2. Stien; blij
Ik ga naar Disneyland en dan blijf ik daar één nachtje!
Jef; En hoe lang is het nu?
Stien; Ik ben nog niet geweest. En dat is Frankrijk!
Luciano; Spreken ze daar ook Nederlands?
Helmer; Frans!
Jef; ja, Frans!
Stien; Wij moeten ook niet varen, wij gaan met de auto!
(Kijken in de atlas of je over het water moet naar Frankrijk of niet)
Jef blijft beweren van wel - maar...
3. Gustaaf; blij
Ik heb een hamster bij (hij laat ze horen) en als je tegen zijn neus duwt maakt die geluid.
Sari; Kan je daar ook mee rijden?
Gustaaf; ja!
Helmer; En als die rijdt dan rijdt die eerst even achteruit en dan pas vooruit.
4. Louis; blij
Ik heb een dinosaurus bij en ik heb er nog veel meer en die is van plastiek en die van playmobil kunnen hun bek open en toe doen.
Helmer; Maar die playmobil die hebben ook plooihorens. Ik heb het zelf ook gevoeld…
Sari; Kan je ook de staart bewegen?
Louis; alleen zo…
Jef (loesje); kan die ook rijden?
Louis; Die heeft geen wieletjes..
5. Luciano; blij
Ik ga morgen een spelletje meenemen.
Ilias; Morgen is het geen school.
Luciano; maandag bedoel ik!
6. Rik; blij
Ik heb een monstertruck bij en die kan achteruit en vooruit.
Luciano; die kan heel snel!
Rik; die mag zelfs vallen…
En die kan een koprol doen!
Louis; die hoort bij de (auto)mat!
Rik; ik moet die wel terug mee naar huis nemen van mijn mama!
Louis; maar ik bedoel niet hier blijven, maar er mee spelen.
7. Ilias; blij
Dat is een boekje waar kleurplaten in zitten.
Jef; heb je dat helemaal gekleurd?
Ilias; mijn zus en ook mijn broer!
Luciano; die heeft toch geen broer!
Ilias; jawel, van één jaar!
Stien; dan is hij de pauw, Ilias!
8. Vincent; blij
Ik ga op maandag iets meenemen.. is het goed?
(kindjes knikken ja)
Jef; Dat is volgende week pas!
9. Charlotte; blij
Ik heb pantoffels bij en die zitten nog in de gang.
Stien; ik heb ook pantoffels…
(afspraken maken rond pantoffels; mag maar zelf eraan denken om ze aan en uitdoen voor/na de speeltijd. Wij zetten ze onder de tafel.)
10. Sari; blij
Ik had een horloge maar die heb ik thuis gelaten. Want er staat geen uur meer op.
Hüseyin; de batterij is leeg!
Sari; ja en het geluid staat af en ik krijg die niet meer op.
(Kinderen reageren...misschien kan Gustaaf ze maken)
Sari; Ik ga ze meebrengen.
11. Lars; blij
Ik was geboren in het ziekenhuis waar wij vandaag naartoe gaan en mijn baby ook! In dezelfde kamer!
Jef; Ik ook in Diest maar dan in ergens 200..
…
12. Ingmar; blij
Ik was ook in dat ziekenhuis geboren maar toen Lars weg ging pas.
Jef; als laatste dan?
Ingmar; ja, eerst mijn papa, dan mijn broers, en dan ik en als laatste mijn zusje!
(Hoe kan je dat weten?)
Louis; Wie de 'grootste' is is eerste geboren, want die is veel meer jaar!
13. Eva; blij
Ik heb een zus en die was aan het wenen en die wou weten hoe ik geboren was… Mijn zus moest bij mijn oma blijven slapen toen!
14. Helmer; blij
15. Hüseyin; een beetje blij
Ik ben van de slee gevallen…
16. Kahn; blij
17. Jef; blij
Ik ben gisteren naar Mc Donalds gegaan en papa zat weeral vast… in die schuifaf!
Helmer; oh nee weeral die papa he
Jef; en weeral met een onstopper eruit moeten halen
Luciano; oei, maar dan is uw papa toch helemaal weggetrokken…
...
donderdag 24 januari 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)