Datum: 3 oktober
Kalenders; Liv
Kringleider; Luciano
Tijdbewaker; Aurélie
1. Liv; heel blij
Ik heb een boekje bij om in te tekenen.
Lilith; daar staan namen op!
Liv; De naam ‘liv’
Max; En ik weet nog een letter ‘de a’
Liv; dat is de naam van Miel en Frida
Cijfer en letterhoek; onze naam schrijven op een hartje schrijven! (a.d.h.v. voorbeeld)
2. Linde; blij
Ik heb een verhaaltjesbeer bij en dat gaat over roodkapje. Als je op de nummertjes duwt dan hoor je ‘vanalles’ over Roodkapje.
Luciano; Druk je eens op die knopjes?
Linde; In de auto ging het wel, maar nu niet meer… Ik denk dat het af staat!
Jolien; misschien staat het af…
Lilith; Misschien werkt dat op elektriciteit…
Axl; Maar nee, dan heb je iets klein nodig
Sibbe; Als het op elektriciteit werkt dan heb je een stopcontact nodig.
“Wie kan het maken?” (de kabeltjes zijn gelost…)
3. Lilith; heel blij
Ik ben het laatste opgestaan en ik ben nog altijd moe!
4. Ferre; heel blij
Ik was naar zee geweest en daar waren grote golven.
Luciano; waren die over je gespat?
Ferre, ik zat in het water
Jolien; ik ben ook naar een zwembad geweest en daar werden golven gemaakt…
Mara; Ik ben ook is naar zee geweest
Zoé; ik ben ook is heel lang geleden naar het zwembad geweest, en dat waren ook golven maar die waren precies echt! Maar het waren eigenlijk geen echte golven!
5. Zoé; blij
Ik had een microbe is mijn nek en dat vond ik niet leuk want dan kon ik niet goed slikken. En ik heb jullie heel hard gemist!
Lilith; ik ook!
Wij hebben jou heel hard gemist!
6. Luciano; blij
Ik heb naar een piratendag geweest en dat was voor kindjes. En dat is een pijltjespistool! En als je er niet meer mee schiet dan zet je het ‘zo’.
7. Aurélie; blij
Ik heb een popje bij.
Lilith; T’is eigenlijk wel van stof gemaakt en stof kan niet tegen water!
Zoé; eigenlijk vind ik het popje mooi maar het heeft gek haar!
Liv; Het heeft oranje haar.
Max; Een beetje bruin en een beetje oranje
(Dat noemt ros haar.. net zoals Loes)
8. Tess; blij
Ik heb potloden en papier bij om op te tekenen en ook een barbieboek!
9. Max; heel blij
Ik heb een armbandje en een lampje bij uit een automaat gekregen maar die was klein! Ik had het bandje uit een klein automaatje en dat kan je rond je been doen!
10. Sibbe; blij
Als ik mij was, en papa mij afdroogt dan doet die zijn voet op het wasrekje, en dan draagt die mij op zijn been! Dat vind ik heel leuk!
(Voordoen als een toneeltje met Max als papa)
11. Yorben; blij
Morgen ga ik naar de efteling.
Jolien; ik weet welke attracties daar allemaal zijn. Daar is zo een spul waar je de hele efteling in kan zien!
Mara; Dat heet een grote draaimolen!
(Uit-kijk-toren)
12. Tibo; heel blij
Ik heb mannetjes bij, dat zijn hele gekke mannetjes!
Jolien; Ik weet welke soort mannetjes dat zijn, afrikaanse…
Aurelie; Ik heb met zo een popjes iets gemaakt voor de geboorte van Alice.
Ik weet al dat die zo ging noemen… (maar dat is natuurlijk nog een verrassing)
13. Mara; blij
14. Lars; heel blij
15. Jada; blij
16. Jolien; heel blij
17. Hasan; heel blij
18. Ingmar; blij
19. Axl; gewoon
20. Hatice; blij
21. Alperen; heel blij
22. Helmer; blij