Kringleider; Aurélie
Kalenders; Charlotte
Tijdbewakers; Geike en Eva
1. Vincent; blij
Ik was bij het Kevertje gewoon met Julie aan het spelen en toen ben ik op de grond gevallen en toen kwam papa mij halen.
2. Eva; blij
Ik heb een gum bij van krokodillen.
Jef; Dat is een dinosaurus, eigenlijk geen krokodil! Want…
Aurélie; Daar kan je mee gommen als je iets niet goed gedaan hebt…
Hasan; Dat is van een potlood dat zie je aan het gat.
Vincent; Als je daarmee een dinosaurus mee wil maken…
Onderzoekje; Waarvoor kan je een gum gebruiken? (Gumtekening maken in houtskool)
3. Gustaaf; blij
Die heeft een helm aan.
Sari; Dat is voor dat er geen stenen op het hoofd zouden vallen…
Louis; Zoals bij een zaag… dan heb je ook een bril nodig anders komt het hout in je oog…
Aurélie; dat zijn splinters.
Charlot; dat is van plastiek gemaakt.
Stien; Dat heb je nodig op het werk…
Vincent; Als je daar de deur moet opendoen dan… (bob de bouwerverhaal)
(Een veiligheidsbril!)
Mathieu; Toen wij nog bij An zaten had die dat ook al bij..
4. Helmer; blij
Ik heb dit bij en dat is eigenlijk donker en toen was het licht…
Jef; Dus die heeft zo een handvatje dat in de donker licht geeft!
Helmer; Dat is eigenlijk ook niet van mij… maar van Jannes!
5. Charlotte; blij
Ik heb een beer bij…
Mathieu; Soms is daar een liedje van van Maya de bei…
Louis zingt het liedje; Daar heb je maya de bei…
Bij – blij – wei – ‘Dat rijmt’
Jef; lei
Hasan; klei
Charlotte; Dat is eigenlijk niet meer, Winny the pooh die zich verkleed heeft in bij..
6. Sheilla; blij
Ik heb een baby bij…. (de baby van Aurélie)
7. Sari; blij
Ik heb een mooi kleedje aan.
Hasan; de pauw!!!
Mathieu; Daar staan twee verschillende dieren op! Kleine en grote vlinders!
8. Louis; blij
Ik wil is graag met heel de klas naar aquatopia gaan. Dat is een groot aquarium. Dan moeten wij met de trein van Diest naar Aquatopia gaan, dat is in Gent. Ik denk dat dat land Gent heet. Daar zijn heel veel zeedieren. Maar eigenlijk weet ik niet hoe dat land heet…
(Wie weet de naam van de stad?)
Lars; Eigenlijk moeten wij wel weten welke papa van jou is en dat vragen.
Helmer; ik weet dat!
Louis; Ze hebben daar ook heel veel gemaakt…
Luciano; Ik ben daar al is geweest en ik vond dat heel leuk… daar was een grote octopus en een kasteel… en…
Rik; Bij mijn thuis heb ik een aquarium met slakken en …
Mijn papa werkt bij de vissen… en die pakt die allemaal mee naar huis…
Mijn papa heet Chris.
(“Diesters aquarium”)
Luciano; daar moeten wij geen centjes betalen?!
(Wij zoeken het op…)
9. Lieselot; blij
Ik vind de houtskooltekeningen heel erg mooi!
10. Kahn; blij
Ik heb een chocopot bij die ligt in mijn boekentas. Omdat ik dan een nieuwe terug krijg! Ik verklap niet hoe dat komt….
Mathieu; waar heb je die gevonden?
Kahn; mijn oma heeft die gevonden!
Mathieu; Maar die is toch gekocht?
Kahn; ik denk in de carefour…
…
(Verzamelen voor op het kamp… zie algemene blog)
11. Rik; blij
Ik heb twee auto’s bij.
(Wij tonen op onze vingers: 2 en spelen spelletje meer-minder)
Rik; Die auto’s kunnen van het dak springen omdat die ‘hotwheels’ hebben. En ik heb ook een raceauto’s bij mijn thuis, wel 80!
(kinderen lachen)
Hasan; dat is een 8 en een 0
12. Mathieu; blij
Ik heb dennenappels bij. 5!!!
Wij spelen het spel; wat is weg - hoeveel zijn er weg?!
13. Jef; heel erg blij
Ik heb een tol bij.
Ik heb die gekregen van mijn mama omdat ik op vakantie was en die had mij gemist. Ik had ook een slijper gekregen.
Hasan; die is van hout gemaakt!
Luciano; Laat je is zien hoe die werkt?
Jef toont hoe het werkt…
Huseyin; Maar daar heb je wel plaats voor nodig...
14. Geike; blij
Ik heb Frederik vergeten…
(morgen zeker meebrengen)
15. Ingmar; blij
16. Lars; blij
17. Luciano; blij
18. Ilias; blij
19. Stien; blij
20. Huseyin; beetje blij
21. Aurélie; blij
Ik heb een popje bij. Je kan dat mutsje opzetten en dat maakt lawaai. En ik wil het graag laten horen….