Kringleider; Zorn
Kalenders; Stien
1. Louis; heel blij
Mathijs heeft gisteren in het aquarium bij de vissen veel te veel eten gedaan en dat is niet gezond!
2. Geike; heel blij
Ik kon niet goed slapen omdat ik pijn had aan mijn benen!
3. Stien; blij
Ik heb een open- en toespelletje bij om samen te werken!
4. Eva; blij
Mijn papa heeft de spoelbuis helemaal leeggespoten maar ik weet waarvoor die eigenlijk dient..
5. Aurélie; blij
Ik heb een verfborstel bij om mee te schilderen op het schildersdoek!
6. Jef; blij
Ik ben gisteren naar het containerpark geweest en ik heb mijn turnmeester ook gezien!
7. Lieselot; blij
8. Helmer; blij
Ik heb gisteren een ‘echt’ mes gekregen omdat ik heel goed gezwommen heb.
Maar ik breng dat niet mee naar school want een mes is een wapen.
9. Mathieu; blij
Ik heb een monstertruck bij en die kan heel hoog springen!
10. Kahn; blij
Ik heb een vleermuis bij en die kan ook een hartje worden!
11. Vincent; blij
Je kan de letters uit dat boekje naschrijven op de lichtbak!
12. Lars; blij
13. Hüseyin; blij
14. Luciano; blij
15. Charlotte; blij
16. Ilias; heel blij
17. Ingmar; blij
18. Gustaaf; blij
19. Sari; blij
Ik heb nieuwe sandalen aan en ik heb die met mijn mama gekocht!
20. Zorn; heel blij
Ik heb een vleermuis bij en die kan heel snel draaien, wapperen met haar vleugels.