Kringleider(s): Luciano
Weervrouw/man: Gustaaf
Kalenderkindje: Jef
Tijdbewaker(s): Hüseyin en Sari
1. Ingmar; blij
2. Charlotte; heel blij
Wij hebben een salamander bij uit onze vijver, gevangen! Wij hebben die in die pot gedaan!
Gustaaf; Die heeft 4 poten… (hij gaat kijken)
Geike; Niemand kan het zien als de salamander zich in de nacht in het gras verstopt!
Louis; Wij moeten die rustig laten of waterplanten geven… zo kan die lucht hebben!
….
(Wij spelen straks een toneeltje…)
Luciano; Waar vind je die waterplanten?
Louis; Misschien breng ik er morgen wel mee!
Luciano; nee want dan gaan die dood!
Louis; maar ik neem ze daarna terug mee hé…
(De waterplantjes gaan dan inderdaad dood, de salamander zetten we terug in de vijver…)
3. Rik; blij
Ik heb een aapje bij.
Sari; Als dat aapje geluid maakt zwiert en springt dat 'over heen'. (heen en weer)
Charlotte; Die kan geluid maken!
(Geluidenspel met de aap luid-stil)
4. Stien; blij
5. Louis; blij
Wij hebben in onze vijver een hele grote vis, nog groter dan een snoek en die hebben wij echt in onze vijver!
Amin; Is dat een haai?
Louis; Dat is geen haai!
Amin; ik heb een haaienboek!
Louis; Maar nee, het lijkt op een snoek maar het is er geen! Het is een slurfvis, …
Jef; Een zeeolifant?
Louis; Een slurfvis heet dat denk ik…
(Opzoeken welke vis het is…)
Gustaaf (toont zijn vis)
Is het zo één?
Luciano; Maar nee, dat is nemo!
(kindjes lachen)
6. Lars; blij
7. Eva; blij
Aan mijn ketting hangen ook bolletjes…
Sari; Als je die zo aandoet dan die is korter… Als je zo een korte maakt!
(Hoe komt dat die ketting korter en langer kan worden?)
Rik; Omdat… ik weet het niet…
Luciano; Omdat dat opgespannen is.
(e - las - tiek: Wat is nog van elastiek in onze klas?)
8. Kahn; blij
9. Helmer; blij
10. Sheilla; blij
Ik heb een gitaar bij en die is groot en zwart met wit!
Luciano; Wil je hem is laten zien?
Sheilla, hij is nog thuis.
(Breng je ze morgen mee?)
11. Zorn; blij
12. Geike; blij
Ik heb een lintje… en het is donker geel, bijna oranje! Dat lintje is in de bak.
Mathieu; Wij kunnen een brief maken, en dat daar aanbinden en dan hebben wij een strikje!
Luciano; We kunnen daar een steen aanvast binden en mee zwieren als een cowboy.
Louis; Ja en dan een koe pakken.
Geike; Of "zo' gebruiken voor mijn toverstafje… En ze mogen daar om de beurt me spelen!
13.Gustaaf; blij
Ik heb een vis bij. Die kan licht maken!
Kahn; Vissen die flapperen, die flapperen met zijn dinges
Zorn; met de staart.
Helmer; En die hebben vinnen…
(Wat nog?)
Geike; En schubben
En…
14. Ilias; blij
Vroeger had ik veel arendridders en nu leeuwenridders.
Luciano; Wooow
Ilias; Ik speel daar graag mee!
Mathieu; Is daar een kanon bij?
Ilias; Mja, van de leeuwenridders
15. Vincent; blij
Ik ga een gat maken in het water met een zwaard en…
16. Mathieu; blij
Ik heb mijn gorilla bij, dat is een aapje!
17. jef; blij
Eigenlijk heb ik bij papa al eens 2 eekhoorntjes gevangen en ik heb ook heel goed nieuws!
Ik heb een vogelhuisje, en er zaten babyvogeltjes in!
Luciano; Wil je ze meebrengen?
Jef; maar ze waren al geboren, het dak is open en de vogeltjes zijn nu al weg!
Wij dachten van niet maar ze zijn toch al weg…
Luciano; Breng je de eitjes dan eens mee?
Jef; Knikt ja
18. Luciano; blij
Ik mis mijn zus ook erg hoor! Die heet Axel!
Dus ik wil dat er nog bijschrijven, en dan morgen pas de brief opsturen!
19 amin; heel blij
20. lars; blij
21. zorn; niet blij
Omdat ik graag een wortel wou, en geen koek!
22. hasan; blij
21.Sari; blij
Ik heb weer een spelletje bij!