Een kijkje in de klas; praatronde 4 mei

Kringleider; Linde


Kalenders; Helmer

1. Lilith; blij

Vandaag moet mijn broer een bloedprik krijgen in het ziekenhuis. En dan moet die twee keer een spuit krijgen, aja want mijn broer krijgt elke avond een spuitje omdat die niet kan groeien!

Max; Maar eigenlijk waarom moet die prikjes om te groeien krijgen, je groeit toch door te eten?

Lilith; Anders kan die niet groeien dat is zo bij hem!

Max; Blijft die anders zo groot als die nu is?

Lilith; ja, dan blijft die misschien wel kleiner…

Luciano; Eigenlijk krijgt mijn bompa ook prikjes, die heeft suikerziekte!

Lilith; Ja, dat is echt een heel klein spuitje en anders komt daar bloed uit!

2. Zoé; super blij

Ik heb vandaag armbandjes bij maar ik mag ze niet ruilen, ik mag het ook niet van mijn mama!

Luciano; Woow, dat zijn er kei veel!

Wij zouden wel met haar mama kunnen afspreken dat Zoé nee zegt als zij vraagt!

(In de kring spelletje spelen om te leren verdelen)

3. Jada; blij

Ik heb een ring bij en ik heb die zelf van mijn papa gekregen.

Hasan; die is van metaal gemaakt!

Sibbe; dat is zilver!!!

4. Tess; blij

Ik heb lippenstift bij!

Linde; sommige kindjes doen lippenstift op de anderen hun lippen en dat mag eigenlijk niet!

Jada; dat mag niet omdat er anders microbe op komen en dan word je ziek!

Zoé; Dat is echt niet goed want je weet niet meer dat je elkaars microbe krijgt… misschien ben je wel ziek en als de andere dat dan ook op je lippen doet krijg je de microbe die iemand heeft!

Luciano; Het kindje van wie de lippenstift is, haar of zijn lippen komen de microbe eerst op de lippenstift en zo op iemand anders!

5. Jolien; blij

Ik heb konijneneten bij.

Want de collega van mijn papa zijn konijn is gestorven!

6. Max; blij

Vandaag ben ik blij want Brent zijn mama komt vandaag naar juwelen kijken en die zijn allemaal van zilver en Brent komt mee en die is 10 en die komt bij mij spelen dan!

Ferre; Waar is dat dan?

Max; Gewoon bij mijn thuis!

Ferre; Ik dacht in een museum…

Max; Nee, er komt een mevrouw met die tafel juwelen!

7. Ferre; blij

Ik ben naar iemand die gestorven is geweest en die noemde Annick en wij moesten in die café gaan afwassen!

Linde; Was dat een kindje of een volwassenen?

Ferre; gewoon groot

Linde; een volwassene? Dat is zoals Lieselot en jouw mama en papa!

(korte toelichting)

Jada; mijn twee vogeltjes zijn al eens dood gegaan

Max; één vogeltje was van mij…

(Boek over overlijden…)

8. Sibbe; heel blij

Ik heb een sleutel bij en Yorben gaat met mij naar de basket!

9. Lieselot; heel blij

10. Helmer; heel blij

Ik heb nieuwe schoenen!

En dat zijn sportschoenen!

11. Axl; blij

Ik heb al is echt in een echt machine alleen gewerkt!

Luciano; In welk machine was dat dan?

Axl; dat was in een machine, een echte, een soort van bobcat! Met een bak aan!

Linde; En hoe werkte jij dan ofzo? En kwam daar iets uit ofzo?

Axl; hoe iets uit?

Linde; Waarvoor dient die eigenlijk!

Luciano; voor hout?

Axl; Dat kan om hout te vervoeren zijn of…

12. Tibo; heel blij

Ik heb al eens in een echt boot gezeten..

Jada; wij kunnen toch met de klas een boot natekenen…

Linde; Of naar een bootmeneer gaan die boten maakt?

Sibbe; Mijn bompa heeft een boot …

(Wie kan ons helpen aan een 'boot'uitstap?)
13. Ingmar; blij

Ik ga de film van de titanic meebrengen…! En ik ga hem met de auto in de bib halen!

14. Yorben; blij

15. Lars; blij

16. Liv; niet blij

De hond van mijn oma is gestorven…

17. Mara; blij

18. Hasan; blij

19. Luciano; niet blij

Ik mag niet zonder jas komen en ik wil dat graag!

20. Bahar; super blij

21. Alperen; super blij

22. Linde; blij

Ik heb een foto van Blafie en mij bij! Blafie is mijn hondje! ( Ik kom rond..) Dat is wel een speelgoedhond! Ik heb gevraagd aan papa of die daar een foto van trok!

Tess; ik vind die hond schattig