Kalender; Ilias
1. Geike; heel blij
Mama heeft gezegd dat ik heel goed voor mijn speldjes in mijn haar moet zorgen want...!
Mathieu; Als mijn haar te lang is moet ik naar Pascale, maar een andere Pascale…
2. Mathieu; blij
Ik heb twee skateboardjes bij.
(Hoeveel zijn dat er samen?)
Rik; 3!
Lars; Ik heb er 6!
Helmer; Ik heb er 2.
… (kort telspel)
3. Lieselot; heel blij
Morgen ben ik er niet maar… (afspraken overlopen)
4. Zorn; blij
Ik heb een auto bij maar ik moet die nog in elkaar zetten maar ik weet niet hoe dat moet…! Maar niemand moet helpen hoor.
Jef; Ik heb er ook zo ééntje maar dan in het lichtgroen.
(Wij gaan op zoek naar licht en donker groen)
5. Louis; blij
Mijn mama die gaat mij een boekje geven over roggen en dan zal ik dat laten zien, en welke roggen bij mijn thuis zitten. Die lijken een beetje op rotsen en wij moeten nog een klein speelplaatsje maken voor de rotsen…
6. Jef; blij
Ik heb Frederik bij.
Ingmar; mee, bedoel je!
Jef; En er staat nog iets in. Maar er zijn niet zoveel bladzijde meer over. (Hij telt)
Nog twee zijn er over!
(tekstje Frederik wordt voorgelezen; idee 'een kerstkamp bouwen' komt er uit en nemen wij zeker mee..)
Frederik gaat mee met Kahn (alphabet)
7. Sari; blij
Ik heb een sjaal bij.
Dat is voor in de sneeuw en voor als het koud is.
(Klappen sjaal – één woorddeel!)
8. Vincent; heel blij
Ik heb een tekening van Sinterklaas en ook één van hopla!
Mathieu; Misschien om naar Hopla te sturen?
Vincent; Het is wel nog niet helemaal ingekleurd maar dat zal ik dan doen hé..
Ik heb morgen iets van Sinterklaas gekregen.
Jef; Sinterklaas is al bijna weg.
Mathieu; Maar ze bedoelt gisteren hé, want morgen moet nog komen!
Sheilla; Ik heb twee paardjes en één mama gekregen.
10. Eva; blij
Ik heb een foto bij.
Vincent; Maar ik heb ook zo een foto!
Eva; En dat ben ik! Toen was ik nog een baby!
Rik; mijn baby is al een peuter en die is 7 maanden!
(wij overlopen de ontwikkeling en tonen de grootte: zaadje - baby - peuter - kleuter - ..)
11. Rik; blij
12. Kahn; blij
13. Charlotte; blij
14. Hüseyin;super blij
15. Ilias; super blij
16. Ingmar; super blij
17. Gustaaf; blij
19. Helmer; blij
Dit hok heb ik van mijn mama en papa gekregen, ik wou dat van de Sint maar die heeft dat niet gebracht. Maar het hondje heb ik wel van de Sint.
(zie dagboek; houtskool)
"Zij en bij én voor én zij én sa-amen" Dansten wij vandaag in de kring. Er is nog heel wat oefenwerk... Maar de sfeer om allemaal samen te genieten van een leuke volksdans.. was zeker én vast in orde!
En ook aan de computer werden nog heel wat snoeren gerijgd!