dinsdag 26 februari 2013

Een kijkje in de klas; Praatronde 25 en 26 februari

Kringleider; Amin


Kalenders; Aurélie

Tijdbewakers; Charlotte en Geike

1. Mathieu; blij

Ik heb een zwarte draak bij en ik heb daar ook nog een touwtje bij!

Louis; ik vind die cool!

Charlotte; ‘cool’ is een woord uit Engeland.

Sari; dat is een hele mooie draak..!

Mathieu; mijn draak mag op de blokkenmat bij het kasteel dat wij gaan bouwen met blokken!

2. Stien; blij

Ik heb twee boekjes bij!

Aurélie; ik heb zo ook een boekje bij mijn thuis!

Stien; het is een flapjesboekje!

Jef; Ik heb die twee ook bij mijn thuis.

Charlotte; ik heb niet net hetzelfde boekje!

Stien; ik wil daarin lezen.

Luciano; dat kan jij toch niet!

Stien; nee, maar bij de lezertjes!

(Boekje klaar leggen voor tijdens het lezen op het einde van de dag)
3. Rik; blij

Ik heb een toeter bij. (Laat het horen) Maar die is een beetje stuk!

Mathieu; Eigenlijk had ik die lang geleden ook bij mijn oma.

Rik; Als je zo doet dan denken die dat dat een auto is..

Jef; of misschien een eend die in het water zit…!

Louis; Dat is zoals een gans…

Aurélie; als de poppenhoek open is kunnen wij doen alsof er een feestje is…

4. Sari; blij

Ik heb bij mijn thuis zo een radio met stickertjes en die heb ik er allemaal opgeplakt en dat zijn mooie.

Stien; Wat staat er op die stickertjes?

Sari; één elfje en nog veel meer…

Mathieu; welke dan?

Sari; Stickertjes die eerst op een papiertje zijn en dan kan je die daar af halen.

5. Eva; blij

Van wie is dit? (zakje van op kamp) Ik heb er twee. En dit is van iemand anders!

(Het is van Sari)

Eva; en ik ben mijn ring kwijt met een aardbeitje…

(Wie kan helpen?)

6. Geike; heel blij

Ik heb een spelletje bij en dat heet Jakkiebak Kippenkak. Je kan het met tussen 2 en 4 spelen, dus ook met 3!

Amin; Dat moet je spelen in de klas!

Geike; Dan heb je twee spelers nodig, of drie of vier en elke kip staat op een ei. En er moeten 5 eitjes tussen zijn en je moet stapjes zetten door kaartjes om te draaien. En als het juiste eitje voor je ligt mag je een stapje zetten, als je een foutje zetten moet je het omdraaien en…

Luciano; en als je één juist hebt mag je nog is.

7. Aurélie; blij

Ik heb een plastieken Hello Kity en nog één!

8. Jef; blij

Ik heb een helikopter bij om het kasteel te bewaken! Wij kunnen die gebruiken op de blokkenmat.

Sheilla; kunnen wij daar mee spelen?

Jef; toont hoe…

Sari; Dat is nog moeilijk om het raam erin te stoppen als het stuk is…

9. Charlotte; blij

Nog één keer slapen en dan ga ik met mijn papa een cadeautje kopen voor mijzelf.

Rik; ik heb ook nu een cadeautje gekregen maar ik ben niet jarig, en het was een dino!

Aurélie; het is al bijna pakjesdag en eigenlijk heeft papa het cadeautje al laten zien… en het was een prinsessenkasteel.

Hüseyin; Nog één keer slapen is morgen!

Jef; en dan is het dinsdag!

10. Gustaaf; blij

Dat kan open en toe (speelgoedje)

Jef; dat is eigenlijk voor meisjes, ik heb dat op tv gezien.

Hüseyin; nee, dat is voor jongens en meisjes!

Luciano; dat is een soort van backogun!!

11. Sheilla; heel blij

Ik heb een cadeautje gekregen omdat ik flink ben: een magamindypak!

Om te verkleden…

Mathieu; Eigenklijk heb ik ook één gekregen toen ik jarig was!

Aurélie; ik ben gisteren naar de winkel geweest met papa en ik heb een prinsessenjurk gekregen van Doornroosje.

12. Vincent; blij

Ik heb niets bij… maar ik wou eigenlijk heel de dag in het zwembad blijven!

Dat zwembad was zo leuk!

Hüseyin; Ik ging naar die grote gele buis!

Sari; ik wou daar ook de hele dag blijven.

… (ik ook – ik ook -…)

13. Louis; blij

Toen ik ging slapen toen viel mijn broek open en toen heb ik per ongeluk pipi gedaan.

14. Lars; blij

15. Zorn; blij

16. Kahn; blij

17. Hüseyin; blij

18. Luciano; blij

19. Amin; Blij

20. Lieselot; blij

21. Ingmar; blij

22. Stien; blij

Praatronde 26 februari

Kringleider; Charlotte

Kalenders; Amin

1. Helmer; blij

Ik heb één streepje.

Mathieu; ik heb er nu al twee!

Helmer; en dat was van de taekwondo!

Luciano; Waarvoor dienen die streepjes weer?

Helmer; voor een andere gordel te krijgen.

Daarna krijg je een groene en daarna weet ik niet…

Mathieu; En een zwarte dat is een meester!

Helmer; En andere grote jongens hebben ook al een zwarte!

2. Sari; blij

Ik heb thuis bij mijn papa een K3popje maar het is kwijt geraakt.

Vincent; hoe kunnen wij dat dan vinden? Dan moet je onder de tafel enzo kijken waar dat is!

Mathieu; ja en alles eerst opruimen!

Jef; Eigenlijk als je niet opruimt dan blijft het speelgoed liggen en dan geraak je makkelijk iets kwijt!

3. Rik; heel blij

Ik heb een dino bij én die mag bij de zandbak bij het kasteel!

Sheilla; ik heb ook zo een dino maar niet dezelfde, maar die is groter!

Louis; Ik weet dat die warmbloedig zijn en wij koudbloedig zijn.

Rik; Eigenlijk heb ik ook een grote dino met zo een lange nek!

Luciano; nee, een dino is koudbloedig.

Charlotte; de mensen hebben echt warm bloed en de dino’s koud bloed.

(Opzoeken in de onderzoekshoek; Zijn dino’s warm- of koudbloedig?)

4. Aurélie; blij

Ik ben eergisteren naar Plopsaland geweest.

Mathieu; toen mijn broer zijn verjaardag was ging ik ook naar Plopsaland.

Charlotte; Ik ben daar nog nooit naartoe geweest maar ik ga ook wel is naar daar.

5. Mathieu; blij

Ik heb een langnek bij.

(Wij zien de schrijfpatroontjes en maken de bewegingen na!)

En die kan aan bladeren.

Ingmar; Langnekken kunnen heel goed aan bladeren.

Rik; en kortnekken kunnen niet aan bladeren…

(kindjes lachen)
Helmer; ik heb een dinofilm en die dinolangnek noemt platvoet.

Lars; Zo een dino kan ook zo op zijn achterpoten staan!

6. Vincent; blij

Ik ben iets aan het maken, een waterput! En die waterput daar moet wel nog wel water in hé anders kan die niet lopen hé! En daar zijn hele kleine gaatjes voor een klein beetje water in. En ik moet die nu nog…

Mathieu; hoe maak je dat dan?

Vincent; eigenlijk heb je blokken nodig en twee hekken en .. ook iets plat om het op te zetten. En dan kan je dat zo op een vierkanthoek zo.. zetten.

(Foto’s trekken.. om te tonen?)

Jullie mogen is bij mijn thuis komen kijken, met zo wat mama’s en dan met de auto en dan komen kijken…

Jef; ja, dat kunnen wij doen hé!


7. Louis; blij

Ik heb een braakbal bij. Dat is van een uil en als die een muis opgegeten heeft maakt die een bolletje is zijn buik en dan ziet dat er zo uit!

Mathieu; waar heeft u papa dat gevonden?

Louis; die hebben uilenbakken! En dat lag in een uilenbak in de schuur!

Jef; dat ziet er een beetje uit als een keutel… dat komt ook uit je buik eigenlijk…

Luciano; dat is 'hetgeen' van de muis dat ze niet in het lichaam van de uil moeten hebben en daarom komt dat er uit. Bij ons is dat ook zo, de pipi is de slechte voedingsstoffen van het drinken, en de kaka is wat je lichaam niet nodig heeft!

Louis; mijn papa kan misschien is wat meer komen zeggen over de uilen.

8. Sheilla; blij

Ik heb een minimouse bij.

Mathieu; kan die ook zitten?

Sheilla, ja, zo…

9. Eva; heel blij

Ik heb pleisters bij.

Het zijn er 10 (wij tellen)

Jef; 5 + 5 = 10

(wij tellen het na en spelen rekenspelletjes)

10. Ingmar; blij

Mijn mama wou de kachel dicht doen en toen kwam er heel veel rook uit want er zat een foutje in de buis!

Aurélie; ik mag van mijn papa zelf het vuur aansteken van de kachel…

Ingmar; en toen moest de brandweer komen en toen moesten wij naar buiten gaan, de rook ging naar een ander huis!

Sari; is dat geen grapje?

Ingmar; nee, het is geen grapje!

Stien; als de brandweer komt blussen en je gaat niet naar buiten word je nat!

11. Sven; blij

12. Stien; blij

13. Lars; blij

14. Lieselot; blij

15. Gustaaf; blij

16. Hüseyin; blij

17. Geike; heel blij

18. Kahn; super blij

19. Zorn; super blij

20. Amin; blij

21. Charlotte; blij

22. Jef; blij

Ik wou eigenlijk nog is vragen of ik mijn piano mag meebrengen?

(heel graag!)

23. Luciano; heel blij

Ik heb een bal bij om een een spelletje mee te spelen binnen!