Een kijkje in de klas; praatronde 25 oktober

Verslag praatronde (gemaakt door Naomi)




Geike; blij

Ik heb bij mijn thuis heel veel leuke boeken.

Mathieu: Wat doe je daar mee?

Kijken en lezen. En mijn mama leest die voor.



Louis; Blij

Ik heb een doosje bij. Daar zitten diertjes in. In echt water.

Mathieu; dat zijn geen echte, maar plastieken.

Dat is een orka die zwarte.

Helmer: Mag Louis dat mee naar b.uiten nemen?

Ik ga die goed vasthouden.



Jef; gewoon

Ik heb bij mijn thuis, bij mijn mama een baywheel.

Luciano; je hebt dat al verteld.

Max heeft er ook een, maar ik ben die vergeten.

Helmer: die heeft max van mij gekregen, en die liggen in de dreamland.



Sari; blij

Ik heb een zaklampje maar die is stuk.

Rik: mijn zus heeft zo een zwarte, want daar zijn baterijen bij en daarom is die niet plat.

Mathieu: Laat is zien of die nog gaat.

Als je daar mee schijnt komt daar op de muur.

Geike: Zitten er batterijen in,? Onderzoekje. We kunnen kijken of alles in orde is.



Lieselot; Heel blij

De vriendjesverhalenkrant voor deze maand is bijna klaar, maar er zijn er nog 2 te kort.

Illias en Gustaaf moeten nog voor de middag hun vrije tekst kiezen of afmaken.



Mathieu; blij

Ik heb een step bij, en die ligt in de zaal van de opvang. En ik was daar, daarnet mee aan het spelen buiten.

Ingmar; Luciano wou in de zand met de step rijden.

Luciano; Ik wou hem er alleen uithalen.



Gustaaf; blij

Ik heb een fluit.

Stien: dat is niet zomaar een fluit, je kan die oppompen.

Luciano: Die lucht gaat er van boven. Wil jij daar eens op fluiten.

Gustaaf duidt iemand aan die erop mag fluiten

Louis: dat is zoals in de dierentuin. Een rivier kan zo een geluid maken.

Geike: Welk dier maakt zo een geluid? (onderzoekje)



Rik; blij

Ik heb een step, en die ligt in de zaal. En ik was een raceje aan het doen met Mathieu, Zorn en Kahn. Ik kon het snelst steppen van de wereld.

Geike: Ik heb ze buiten gezien. Rik en Mathieu waren gewonnen.




Stien; blij

Ik heb een popje bij.

Rik: ik heb die ook gezien met die pop, maar die pop lijkt op een baby.

Ja dat is een baby.



Sheilla; blij

Ik heb een computerdoos bij. Ja die kan open.

Shiella typt op haar computer net als de juf het verslag typt.

Ik ben de muziek aan het typen.



Helmer; blij

Ik heb een hond bij.

Sari; Die lijkt wel op andere honden.

Luciano; doet dat geen.

Nee, want dat is een knuffelhond.



Vincent; blij

Ik heb iets bij. In de buik is iets verstopt.

Illias: Een tandenborstel.

Mathieu: als de boeven denken dat, dat een eend is. En dan is dat een tandenborstel en zijn ze gefopt.



Luciano; blij

Mijn broertje kom naar de school, die is nog maar 2 jaar. Die gaat bij An zitten.

Helmer; Lore toen die net naar school kwam was die ook 2 jaar.







Ingmar; blij

Ik heb een viool bij. Ingmar speelt een stukje





Aurilie; blij

Ik heb een knuffel bij.

Stien: Kan die ook rechtstaan zonder dat je die vasthoudt.

Nee, dat kan niet.



Charlotte; Blij

Ik heb een lepel bij.



Kahn; blij

Ik heb een step bij. Die ligt in de gang.



Lars: blij

Illias: blij

Zorn: Blij



Eva: blij

Ik heb knikkers bij en mandjes.