donderdag 24 januari 2013

Een kijkje in de klas; Praatronde 24 januari

Kringleider; Jef


Kalender; Louis

1. Geike; blij

Ik heb haar jasje (pop) aangedaan maar de naaiers hebben dat jasje wat te lang gemaakt.

Rik; Die mauw is te lang!

2. Stien; blij

Ik ga naar Disneyland en dan blijf ik daar één nachtje!

Jef; En hoe lang is het nu?

Stien; Ik ben nog niet geweest. En dat is Frankrijk!

Luciano; Spreken ze daar ook Nederlands?

Helmer; Frans!

Jef; ja, Frans!

Stien; Wij moeten ook niet varen, wij gaan met de auto!

(Kijken in de atlas of je over het water moet naar Frankrijk of niet)

Jef blijft beweren van wel -  maar...
3. Gustaaf; blij

Ik heb een hamster bij (hij laat ze horen) en als je tegen zijn neus duwt maakt die geluid.

Sari; Kan je daar ook mee rijden?

Gustaaf; ja!

Helmer; En als die rijdt dan rijdt die eerst even achteruit en dan pas vooruit.

4. Louis; blij

Ik heb een dinosaurus bij en ik heb er nog veel meer en die is van plastiek en die van playmobil kunnen hun bek open en toe doen.

Helmer; Maar die playmobil die hebben ook plooihorens. Ik heb het zelf ook gevoeld…

Sari; Kan je ook de staart bewegen?

Louis; alleen zo…

Jef (loesje); kan die ook rijden?

Louis; Die heeft geen wieletjes..

5. Luciano; blij

Ik ga morgen een spelletje meenemen.

Ilias; Morgen is het geen school.

Luciano; maandag bedoel ik!
6. Rik; blij

Ik heb een monstertruck bij en die kan achteruit en vooruit.

Luciano; die kan heel snel!

Rik; die mag zelfs vallen…

En die kan een koprol doen!

Louis; die hoort bij de (auto)mat!

Rik; ik moet die wel terug mee naar huis nemen van mijn mama!

Louis; maar ik bedoel niet hier blijven, maar er mee spelen.

7. Ilias; blij

Dat is een boekje waar kleurplaten in zitten.

Jef; heb je dat helemaal gekleurd?

Ilias; mijn zus en ook mijn broer!

Luciano; die heeft toch geen broer!

Ilias; jawel, van één jaar!

Stien; dan is hij de pauw, Ilias!

8. Vincent; blij

Ik ga op maandag iets meenemen.. is het goed?

(kindjes knikken ja)

Jef; Dat is volgende week pas!

9. Charlotte; blij

Ik heb pantoffels bij en die zitten nog in de gang.

Stien; ik heb ook pantoffels…

(afspraken maken rond pantoffels; mag maar zelf eraan denken om ze aan en uitdoen voor/na de speeltijd. Wij zetten ze onder de tafel.)

10. Sari; blij

Ik had een horloge maar die heb ik thuis gelaten. Want er staat geen uur meer op.

Hüseyin; de batterij is leeg!

Sari; ja en het geluid staat af en ik krijg die niet meer op.

(Kinderen reageren...misschien kan Gustaaf ze maken)

Sari; Ik ga ze meebrengen.
11. Lars; blij

Ik was geboren in het ziekenhuis waar wij vandaag naartoe gaan en mijn baby ook! In dezelfde kamer!

Jef; Ik ook in Diest maar dan in ergens 200..



12. Ingmar; blij

Ik was ook in dat ziekenhuis geboren maar toen Lars weg ging pas.

Jef; als laatste dan?

Ingmar; ja, eerst mijn papa, dan mijn broers, en dan ik en als laatste mijn zusje!

(Hoe kan je dat weten?)
Louis; Wie de 'grootste' is is eerste geboren, want die is veel meer jaar!

13. Eva; blij

Ik heb een zus en die was aan het wenen en die wou weten hoe ik geboren was… Mijn zus moest bij mijn oma blijven slapen toen!

14. Helmer; blij

15. Hüseyin; een beetje blij

Ik ben van de slee gevallen…

16. Kahn; blij

17. Jef; blij

Ik ben gisteren naar Mc Donalds gegaan en papa zat weeral vast… in die schuifaf!

Helmer; oh nee weeral die papa he

Jef; en weeral met een onstopper eruit moeten halen

Luciano; oei, maar dan is uw papa toch helemaal weggetrokken…

...