dinsdag 6 november 2012

Een kijkje in de klas; Praatronde 6 november

Kringleider; Eva


Kalender; Charlotte

1. Geike; heel blij

Ik heb gaatjes in mijn oren laten schieten.

Stien; Ik heb ook oorbellen…

Huseyin; Mijn zus heeft dat ook, en toen moest mijn zus wenen!

Shiella; Bij mij deed het geen pijn!

GEike; bij mij ook niet!

2. Jef; blij

Ik heb een autotje bij.

Rik; Ik heb bij mijn thuis ook zo één. Ik heb er zo twee van! Eentje van mijn zus en eentje van mij!

Jef; die kan kunstjes doen…

Mathieu; Kan die ook van zelf rijden?

Jef probeert en het lukt niet!

Jef; alleen als je dat een duwtje geeft!

Jef; ik zou daar graag mee op de automat rijden…

Hoekenwerk; Auto namaken aan constructietafel, en zodra die in elkaar steken… op de automat!

3. Mathieu; blij

Ik heb twee monstertrucks mee. Een kleine en een grote!

Sari; Kan dat kleine monster op de grote!

Kort spelletje; kleine op/onder/achter/voor/naast/ grote truck plaatsen!

4. Stien; blij

Op vakantie daar had ik leuk gespeeld en dat was niet gewoon op vakantie maar naar een vakantiehuisje van Frankrijk. Dat was heel lang in de auto zitten!

Mathieu; Als je echt op vakantie gaat dan moet je altijd lang slapen in de auto!

Lars; Ik ben daar ook al is naartoe geweest waar Stien nu naartoe geweest is.

Louis; Daar praten ze Frans!

Jef; Eigenlijk ben ik daar ook al is geweest en boven ons woonde iemand en die ging altijd om 6 uur met de honden wandelen in het bos.



Huseyin; Mijn mama weet heel veel Frans!

Geike; Ik ben al is naar Frankrijk geweest en mama ik en Rien die sliepen en… toen moesten die verwisselen zodat papa ook nog moest slapen.

5. Gustaaf; blij

Dit is vuil (toont zijn monstertruck) en die is niet van mij!

Huseyin; Van wie dan?

Gustaaf; van mama!

Aurélie; dat is een beetje grappig! Dat dat een auto van zijn mama is?!

Charlotte; Ik vind dat ook wel…

Gustaaf lacht.. (Het was maar een grapje)

6. Rik; blij

Ik heb een zwaard bij!

(Dat lag vanochtend in het midden van de tafel - zou hier een ridder geslapen hebben?)
Mathieu; Ik was al is gaan spelen en toen had ik dat ook gezien!

Geike; Een ridder is toch veel te groot om daar onder de tafel te slapen…

Aurélie; die zou wel in de tent kunnen slapen die ridder.

Stien; Die moet zijn lichaam draaien zo dat die daar wel in past!

(Wij kijken wie in de tent past.. en kijken wie zijn lichaam heel klein kan maken)

7. Vincent; blij

Ik heb een omi en ik ben daar blijven logeren!

Charlotte; Ik heb al is bij mama en papa en oma en opa in bed geslapen, met Louis!

Lo – ge – ren (woorddelen tellen)

8. Sheilla; heel blij

Ik heb een fles bij van mijn thuis.  (Maar de fles is bij haar thuis).

9. Luciano; blij

Ik had toen het dodenminne was iets heel vies gegeten en het is een heel groot kieke. Het is een gans! En toen die nog rauw was had mijn mama haar hand in de gans gestoken om ze uit te kuisen met een papiertje. En die gans hé die rook naar... .

Eigenlijk schreven we een papiertje van wie er dood is van de familie…

10. Louis; blij

Ik heb een geluidsboek bij!

Charlotte; wij hebben heel veel geluidsboeken in de auto maar die zijn nu thuis. Hij heeft nu alleen klein duimpje meegebracht.

11. Ingmar; blij

Ik heb nieuwe schoenen…

Huseyin; dan is Ingmar de pauw…

12. Charlotte; blij

Ik heb een klein popje bij en ook een doosje!

Dat kleedje zat gewoon in dat doosje…

Sari; Kan je die schoenen ook uitdoen?

Charlotte; toon het…maar het lukt niet

(Hoekenwerk; welke kledingstukken kunnen aan/uit bij de pop)

13. Aurélie; blij

Ik heb een blokfluit bij en die is van mijn papa en ik mocht die van mama meenemen!

Rik; Daar kan je ook op fluiten.

Jef; je kan fluiten met je mond.

(proberen wij samen maar voor sommige kindjes is dat nog moeilijk)

Aurélie speelt 'haar versie' van hoedje van papier op de blokfluit!

applaus...

14. Lars; blij

15. Ilias; gewoon

16. Sari; blij

17. Huseyin; blij

18. Kahn; gewoon

19. Zorn; blij

20. Sven; heel blij

21. Amin; gewoon

22. Eva; heel heel blij

Ik heb mijn medaille terug bij!