maandag 18 februari 2013

Een kijkje in de klas; Wat stoppen wij in onze valies?

18 februari

Kringleider; Aurélie

Kalenders; Hüseyin

1. Luciano; blij

Ik heb met strijkparels ‘dingens’ gemaakt!

Dat is een leeuw!

Jef; how jo, heb jij die zelf gemaakt?

Luciano; ik heb die niet thuis gemaakt!

Jef; op het atelier?

Helmer; ik heb daar twee paarden van en ik heb die met mama gemaakt en ze heeft mij wel een beetje geholpen!

Luciano; ik heb er 7! Een hartje, een groene kikker, een kameel, een hartje, een ei, een zwart gat en een leeuw!

Sari; wij kunnen er nog veel meer maken..

Luciano; Ja, als wil jij dan een strijkijzer meenemen?

Aurélie; ik heb bij mijn thuis zo van die parels een super grote doos en die gaat niet in mijn boekentas!

Mathieu; Waar heb je dat dan gemaakt?

Luciano; in het kliekje!

(in de klas op zoek naar doos met strijkparels…)

(Cadeautjes maken voor de prinses - Alijdis (en letters van haar naam) in het spiegelbeeld!)

2. Stien; blij

Ik heb auto’tjes bij, die kan je hier uit halen en die zijn ook voor in de sneeuw te rijden maar nu zijn ze wel nat!

Louis; Daar kunnen wij zo mee rond gaan… (doet armbeweging)

Luciano; bij rollebollen doen ze dan ook zo! (armbeweging)

Ingmar; wij kunnen die bij de automat zetten.

Hüseyin; mogen die van jou in de hoeken?

Stien; ja!

Aurélie; Mijn papa heeft voor mij een racewagen gekocht…

Jef; Eigenlijk kijk, wat Louis doet dat is eigenlijk wisselen. Ik heb dat is geleerd bij mijn papa!

(Welke taal is dit ?)

Geike; Gebarentaal!

Jef; Wij kunnen misschien zo in de hoeken als iemand of Lieselot 'zo' doet (wisselgebaar) van hoek verwisselen.

(Kort spel in de kring - wisselen van plaats bij bepaald gebaar)

3. Mathieu; blij

Charlotte is nog iets vergeten. Een dino! Dat is niet voor het kamp maar dat is van Charlotte!

Aurélie; om te zwemmen?

Mathieu; dit is van Helmer zijn feestje en mijn feestje!

Helmer; Dat is waar, en wij hebben allemaal hetzelfde gekregen!

Hij heeft wel een dino gekregen en ik een ridder!

Luciano; dat is een verrekijker!

Jef; nee, een sterrenkijker!

Luciano; dan kan je onderwater gebruiken en zo scheidsrechter spelen en kijken wat er boven allemaal gebeurt!

Ingmar; als je dit opendoet kan je zo kijken…

Lars; dan kan je zo de vissen onder water zien…

(testen vrijdag op kamp in het zwembad)

Ignmar; ik wil dat testen…dan!

4. Geike; blij

Ik heb een boek bij omdat de lezers straks komen en ik ga ook een boekje ‘lezen’. Daar staan verschillende verhaaltjes in. Wie wil in mijn groepje?


(Aurélie, Sari, Stien, Hüseyin)

(Heel goed idee)

5. Rik; blij

Ik heb mijn draakje voor te slapen bij.

Stien; Eigenlijk heb ik dat al is gezien toen die naar school kwam.

Mathieu; ik ook al een tijdje geleden…

Rik; Als ik naar huis ga moet ik die wel direct terug meenemen. Ik ga het in de tent leggen…

(Snoezeltentje)

6. Helmer; heel blij

Ik heb deze beer mee!

Sari; kan die ook zo zelf zitten, zonder dat je hem vast houdt…

Helmer; omdat die zo zit… die zit zelfs zo (in zithouding)

Rik; Mijn twee draken kunnen ook zitten!

Louis; Is dat een bosbeer of een andere beer?

Helmer; dat weet ik niet!

Louis; Ik denk dat het een bosbeer is want die is bruin.

Helmer; en die is super zacht…

Jef; wij kunnen die ook in de tent leggen en dan zo stappen (met de beer) op iemand zijn rug…(om te genieten)

Helmer; die beer is zo zacht als de hond die kwijt is!

Rik; mijn draken zijn ook zo zacht!

Aurélie; ik weet waar dat hondje ligt… In de poppenkast!


Helmer; ah ja ik had die al teruggevonden!

7. Sari; blij

Ik heb mijn boekje bij én daar heb ik tekeningen in gemaakt.

Charlotte; de jongens en de meisjes mogen daar ook in tekenen hé?

Sari; iedereen mag er in tekenen!

Jef; maar dan moet je dat wel eerst vragen…

Sari; ze mogen iets over het kamp tekenen…

8. Louis; blij

Ik heb een auto bij! Dat kan open gaan, de wielen kunnen er af en daar zitten stickertjes op en…

Lars; ik heb ook zo een wagen met zo een aanhangertje.

Kahn; ik ook zo één…

Ilias; ik had hem al gezien!

Jef; toen ik bij Louis zijn thuis was zag ik die…

Helmer; ik heb hem ook met aanhangwagen.

(woord klappen – aan-hang-wa-gen)

9. Vincent; blij

Dit is een auto. Die kan rijden…!

10. Sheilla; blij

Ik heb een skateboard in de winkel gekocht…

11. Charlotte; blij

Ik ben naar Helmer en Mathieu zijn feestje geweest en dat was super leuk!


Hüseyin; alle kinderen waren gekomen, maar sommige waren ziek!

Helmer; Yorben ging ook komen maar Liam ligt in het ziekenhuis omdat die een longontsteking heeft.

Charlotte; En op het einde toen kwam mama mij halen en toen mochten wij een cadeautje vangen én weet je wat mijn cadeautje was. (ze toont het)

Jef; Een stetoscoop!

Luciano; een teloscoop!

12. Ingmar; blij

Ik heb nieuwe schoenen aan!

Sari; zijn die nieuw?

Aurélie; dan is die de pauw!

Hüseyin; daaraan zie je dat dat sportschoenen zijn!

Rik; omdat daar strepen opstaan zie je dat!

13. Zorn; blij

Die kan toe en open! (auto)

Helmer; dat zijn autobots en die zijn van transformers.

Zorn; ik heb dat ook op tv!

14. Jef; blij

Ik heb op de speelplaats een schelp gevonden.

Stien; Hauke en Lieke hebben er heel veel gevonden…

15. Lars; blij

16. Gustaaf; blij

17. Lieselot; blij

18. Hüseyin; blij

19. Eva; blij

20. Ilias; blij

21. Kahn; blij


Wij waren bijna helemaal terug voltallig en alle ziektekiemen waren eindelijk de deur uit...

 In de hoeken gingen wij aan de slag met de strijkparels en maakten wij letters van Alijdis haar naam in het spiegelbeeld, maakten wij hartjes en vormpjes voor haar enz. Het geduld werd op de proef gesteld...!
 Ondertussen werden er gezellige gezelschapspelletjes gespeeld...

 Auto's wisselden van parcours wanneer het wisselteken gebruikt werd (zie praatronde)
 En het grote onderzoek vandaag: "Wat stoppen wij in onze valies?" werd met heel wat enthousiasme uitgevoerd!
 Wij maakten kaartjes waarop wij tekenden wat in de valies moet. Nadien gingen wij op zoek naar letters, je kon ze schrijven/stempelen/kleven/... Als het woordje maar tevoorschijn kwam:


 Wij trokken met de Ipads foto's van de verschillende niet-te-vergeten-spullen... en maken er een kopietje van om thuis kruisjes te trekken.
 Tijdens de speeltijd werd een knap toneelstuk voorbereid, dat tijdens de hoeken afgewerkt werd. Ten huisze deze familie... speelde zich een reuzegroot feest af. De jongste zoon was jarig, maar net die dag trouwen ook de mama en papa...!
 Proficiat jongste zoon...!

 De ringen worden overgebracht...

 "U mag de bruid kussen"
 En bij zo een knap schauwspel hoort natuurlijk: een buiging!