Een kijkje in de klas; praatronde 12 december

Praatronde 12 december


Kalender; Helmer

Kringleider; Gustaaf

1. Luciano; blij

Ik ga morgen Kerstversiering meebrengen voor dat feestje!

Mathieu; Ik heb ook al een Kerstboom staan en ook Kersversiering.

Luciano; En mijn mama heeft parfum om op die balletjes te spuiten en er zijn ook glazen, maar daar zijn er al van kapot!

Rik; Ik heb ook al een Kerstboom, ook met kerstversiering! Mama heeft die gezet.

Helmer; Wij hebben geen grote, een witte en die is klein!

Luciano; hoe klein?

Helmer; (toont op zijn vingers)

(Spelletje met handen; kleine boom – grote boom – geen boom)

2. Kahn; blij

Ik heb eigenlijk een puzzelstuk gevonden in de klas maar ik weet niet van waar dat is, weet iemand dat?

Jef; Ik weet van welke puzzel dat is!

Jef legt het weg!

Mathieu telt tot tien… in een taal zoals op de ‘taekwondo’. Helmer helpt hem!

3. Geike; heel blij

Ik ga morgen denk ik mijn Kerstboom maken want ik heb die nog niet gemaakt!

Mathieu; Ik wel, en ook al met heel veel versiering.

4. Lieselot; heel blij

Ik heb bordjes bij voor het Kerstfeest..

Luciano; maar dat zijn er misschien wel te veel!

(Tellen in de hoeken)

5. Helmer; blij

Ik heb een ottertje bij en die is heel sterk.

Luciano; Otter, dat begint met de o!

Helmer; En die komt uit Chechië en toen waren er winkels, en toen op eens niet en toen op eens wel en toen heeft mama die niet gekocht maar wel Sarah!

En er was ook één bij die een baby vast had!

Louis; Mijn papa weet ook heel veel over otters, die zwemmen bij de zalmen in de rivieren!

En die maken van hout huisjes…

Lars; Dat wist ik al want ik heb dat al is op tv gezien!

Charlotte; Ja, ik op de computer!

6. Sari; heel blij

Ik heb Kerstversiering bij, balletjes!

(Wij tellen ze terwijl wij ze in de juiste rekenbakjes leggen. Bij doen – weg doen..)

7. Jef; blij

Ik heb drie beyblades en twee ‘kaskes’.

Louis; Ik heb dat met Jef zo gedaan.

'Welke taal is dat; kaskes..?'
Hüseyin; Dat is Engels, kaskes!

Jef; Dat is dialect!

Luciano; Ik weet door wie beyblades zijn gemaakt, door die de chinezen!

8. Mathieu; heel blij

Ik heb een ridder en een paard bij en ik mocht die meebrengen van mijn broer.

Rik; ik heb er ook zo één maar in het paars.

9. Vincent; heel blij

Kijk, hier zit iets in… Dat is een clown en dino’s en éen tekening.

Helmer; die dino’s die vliegen en die eet eigenlijk geen vlees maar die heeft wel tanden voor de vissen…

10. Louis; blij

Ik heb bij mijn thuis rogjes en die zijn zo klein… en die plakken tegen de muur!

(Iets meebrengen van een rog? Kindjes weten niet hoe dat er uit ziet)

11. Aurélie; blij

Ik had een paardje bij maar ik vind het niet meer…

12. Rik; blij

Ik heb een skateboard en ik kan daar truckjes mee! (hij doet ze voor!)

(fiere pauw)

13. Ingmar: blij

Als het school gedaan is ga ik naar…

14. Ilias; heel blij

15. Zorn; blij

16. Gustaaf; blij

17. Hüseyin; blij

18. Charlotte; blij

19. Eva; heel blij