donderdag 18 oktober 2012

Een kijkje in de klas; Praatronde 16 en 18 oktober

Op dinsdag werd het tweede deel van de Cito's (ontwikkelingstesten) afgenomen in de derde kleuterklas. Naomi deed een praatronde met de tweede kleuterklas en ging met hen een voormiddag aan de slag! DANKJEWEL

Verslag 16 oktober 2012 Opgemaakt door Naomi


Kringleider: Charlotte

Tijdsbewaker: Amin en Mathieu

Sari; Blij

Ik heb een hondje bij, die zit in de bak.

Ja, maar die is plat

Matieu: dan moet je papa daar nieuwe baterijen inzetten.

Als je daar baterijen in doet gaat die terug werken.

Sari: ik speel daar graag mee, als je dat op zet dan bibbert dat staartje.



Mathieu; Blij

Ik heb 2 mannetjes en die zitten in mijn zak. Maar het paardje zit in mijn boekentas.

Het aapje zat vast.

Rik: Ik heb ook zo een

(Veel ik ook)

Dat aapje wordt daar op. Weet je waar dat mannete in kan veranderen: in batman.

Sari: daar kan je mee spelen, boven of beneden bij mathieu zijn thuis.

En je mag dat niet kwijt doen want dan kan hij dat niet meer meenemen naar school.

Dat is heel oud. En je mag daar niet lang mee spelen want dat is heel duur. Dat is zo duur als een oud boek.

Vincent: als je die in een buis doet gaat die door een buis lopen, naar alle klassen.


Kahn; Blij

Ik heb thuis gespeeld.

Met de auto’s.

Rik: Mijn auto’s kunnen onderbovenste springen op een speelgoed dak.



Rik; blij

Ik heb een brandweerauto bij. Sheilla kijk hé. Dat is een brandweer auto.

Sheilla; dat is veel te klein.

Als je die achteruit doet, dan kan die rijden. Maar dan moet iemand die opvangen.

Mathieu: Maar als die kapot is, kan je direct naar voor rijden. Want als mijn auto stuk is, kan je zelf naar voor.





Stien; Blij

Ik heb Lotte bij. Ze is een popje.

Sari: kun je dat popje daar ook uit doen.

Dar zitten briefjes in, die zijn voor de hoeken.

Rik: Kun je met dat popje in een buggy zetten. En kun je iets tekenen met die papiertjes. Nee, want die zijn voor de hoeken.

Als Lotte van de tafel wil springen, is ze bang dat ze gaat vallen.

Want poppen kunnen niet staan( mathieu)



Gustaaf; blij

Dat zijn ijsberen.

Dat is een motor mathieu)

Amin: Ik ga ook motor kopen, zo een spider man.

Mathieu: Ik heb ook zo een grote beer, maar die is nog groter.

Rik: Sheilla heeft ook zo’n grote ijsbeer.

Naomi: wat weten wij over de ijsberen.

Stien: Al je ijsberen hebt, kan e spelen alsof je ijs hebt. Dan moet je spelen op de matten dat dat ijs is.

Mathieu: Ik ken daar een verschil over, sommige zijn nog groter dan die.

Sommige zijn nog groter dan mij.

(Wie wil er nog meer over de ijsberen?)

Rik: Hoe ze kunnen stappen? Dat ze echt kunnen stappen?

Kahn: ze leven in het water.

Mathieu: Kunnen die ijsberen praten?

Gustaaf: maar die is niet?

Stien: Die leven niet in het water, die leven in het ijskoud.

(Onderzoekje: Hoe kunnen ijsberen stappen? Hoe ze kunnen praten ?)



Zorhn; Blij

Ik weet het nog niet



Sheilla; blij

Ik heb een aardbeienijsje. Een ijsje met aardbeien.

Dat is een spedlje voor in elkaar te steken: Sari.

Charlotte: Als je die laat vallen gaan die stuk.

Vincent: Speldjes zijn ook van plastiek, en als je die laat vallen zijn die ook stuk.

Mathieu: Dat is geen echt ijsje met aardbei.

Rik: Maar speldjes kun je ook in je haar steken. Mijn zus heeft honderd spelletjes. Mijn zus is er vergeten op school. Mijn mama heeft ook speldjes voor in haar haar.




Vincent; Blij.

Ik heb een boek van muis.

Stien: Maar dat boek is voor als je iets wil leren, of die flapjes opendoen. Je kan ook met die flappertjes lezen.

Dat boek is van mijn thuis.



Eva; Blij

Ik heb vandaag een sleutel bij.

Rik: Ik heb ook zoiets bij mijn thuis, dat kan licht maken. Dat heeft een groot glas om door te kijken. In mijn tuin heb ik heel veel spinnen gezien.

Mathieu: Ik had die al gezien toen we waren aan het spelen in de zaal. We speelden toen dag- en nachtmonsters.

Vincent: je papa moet dat in de auto steken, en daarmee doet die de deuren open. En kan hij zo de kinderen naar school brengen. En zo gaat hij dan naar zijn werk. En weer



Charlotte:Blij

Ik heb tekeningen voor iedereen van de klas, en voor de mama’s en papa’s.

Stien: Je kan daar eten zoveel je wilt.

Van mijn broer zit daar ook een tekening bij van een vliegtuig.

Rik: Maar die tekeningen zijn voor iedereen?

Charlotte: ik ga de kindjes eens tellen.





Praatronde 18 okt.


Kringleider; Helmer

Kalender; Ingmar

Tijdbewakers; Ilias en Charlotte

1. Naomi; blij

Ik ben blij dat wij deze namiddag naar het D. aquarium gaan.

2. Karen; blij

Ik ben heel blij dat ik hier vandaag bij jullie mag zijn en leuk spelletjes mag spelen! (stageaire)

3. Maxine; Blij

Ik ben net zoals Karen heel blij dat ik vandaag in jullie klasje ben. (stageaire)

4. Geike; blij

Ik heb een steen bij! Ik heb die gevonden na de dansles en ik heb die uit het zand gehaald en mooi proper gemaakt!

Mathieu; Ik heb er ook zo maar die zijn een klein beetje kleiner.

Louis; Als wij die steen in het aquarium leggen is dat goed voor de vissen.

Huseyin; Ik heb een grotere steen.

(Steen in het aquarium)
5. Sari; blij

Ik heb dat van Jente en Loran gekregen en …

Huseyin; Jente is uw broer hé…

Mathieu; Als je daar water in doet is dat misschien een fluitje…

Sari; ik denk het niet hoor!

6. Rik; blij

Ik heb een lippenstift bij dat is voor als mijn lippen pikken…

Sari; En als dat op is en het pikt nog moet je dat nog is doen…

Geike; Door gele chips kan dat!

Charlotte; Omdat chips soms met paprika wordt gemaakt..

Hüseyin; dat komt door de paprika!

...
(Om welke redenen kan je nog droge lippen hebben?)
7. Lieselot; heel blij

Deze namiddag moeten wij … (afspraken overlopen) in het D. aquarium!

8. Mathieu; blij

Ik heb mijn twee auto’s bij maar die liggen aan de automat.

Je kan de kleine auto in die grote stoppen. Dat is een bouwauto!

Rik; Ik heb er ook zo één, je kan zand in die bak doen!

9. Stien; blij

Ik heb een krab bij…

Jef; Dat is een kreeft want een krab heeft andere pootjes.

Sari; Als je dat in het echt water doet wordt die dan opgegegeten door een echte haai?

10. Louis; blij

Ik heb diertjes bij en als wij een doosje vinden dan kunnen wij zo een aquarium maken... Ik wil dat van thuis halen en als je daar dan gaatjes in maakt lijkt dat op een aquarium.

(Fantastisch Idee…; Louis werkt het uit ;)

11. Charlotte; blij

Ik heb een beertje bij. Weet je wat daar op staat. Er staat ‘je t’aime’.

(Wat bekekent dat?)
Jef; liefde

Mathieu; lokken

Rik; je t’aime

Louis; Ik hou van jou!

Charlotte knikt!

(wij zeggen het samen)

12. Jef; heel blij

Ik was gisteren bij iemand blijven slapen!

Sari; Je kan 4 dagen slapen!

Geike; 5

(Wat is meer - minder?)

13. Gustaaf; blij

Dit is mijn ijsbeer!

Shiella; Ik heb ook bij mijn thuis een grote ijsbeer!

(zie onderzoekje dinsdag)
14. Zorn; blij

Ik heb een brandweer bij…

15. Kahn; blij

Ik heb een auto bij…

16. Eva; blij

Ik heb bij mijn thuis een Ariël en die haar staart kan uit en aan!

17. Ingmar; blij

Dit is een pistool (een dino)

Geike; Hoe doe je dat?

Ingmar; aan de kraan…

(in de zomer)

18. Sheilla; blij

Ik heb een telefoon van Sari bij!

Mathieu; Ik had die al gezien…

19. Hüseyin; super blij

20. Lars; blij

21. Ilias; blij

22. Helmer; blij

Ik heb een hond bij en die is wild… dit is een vechthond!

Mededeling; Opgepast.. de hoofdluis is aanwezig!

Lieve ouders,

Gelieve extra aandachtig te zijn en je kind geregeld te conctroleren zodat de hoofdluis zich niet kan verspreiden. De kindjes die luizen of neten hebben hun ouders worden natuurlijk steeds verwitttigd.

Dankjewel voor jullie medewerking.